Het artikel is geschreven naar aanleiding van een avond aan het eind van het jaar, waar leerkrachten en bestuursleden elkaar ontmoeten. Als een bezinnings-/ leermoment was de opdracht aan de leerkrachten om een vraag van de kinderen op te schrijven die ze moeilijk vond om te beantwoorden. Enkele van die vragen werden in tweetallen nagespeeld. Hieronder een van die vragen.
Is hij Jezus Billen
Tsja, heeft Jezus billen? Wat moet je daar als Ikos-meester op antwoorden?
Bijna alle juffen en meesters sterven op de openbare basisscholen horen dit vragen uit de mond van hun leerlingen.
'Waarom zeggen ze dat Jezus de straf van de hele wereld droeg aan het kruis, die twee naast hem droegen toch hun eigen straf?'
'Nu ga ik van bijbelles af, want dat (een genezing deur Jezus)is een grote onzin. Hercules kan ik hier geloof ik niets van'.
Kinderen vragen veel over geloof en ongeloof. Ze worden be gehoord en in de lessen van het Ikos. De meester die de vraag over Jezus billen kreeg stelde een wedervraag aan het soort: Maak je een grapje, van wil je dat echt weten, van Jezus billen heeft, wat bedoel je met die vraag? Na wat wederzijds aftasten bleek dat het soort af vroeg van Jezus een echte mens was en echt geleefd had. Alhoewel er werd in de klas nam de meester de vraag en serieus dat was maar goed ook willen er vele vragen achter die ene schuil te gaan.
'Ik wil dan moet ik altijd in de zwarte en mag ik op zondag niet buiten spelen.
Hindoekinderen mogen niet op Ikos willen de lessen voor Christelijke kinderen'.
Heel vaak blijkt in de klas ook dat kinderen nauwelijks iets weten over het Christendom. Ze hebben de vreemde ideeën en vooroordelen.
'Met Pasen drinken de Joden het bloed van Christenen'.
Zelfs op internet worden dit soort vreemde ideeën en bevestigd.
Kinderen houden er soms vreemde ook ideeën op na over andere godsdiensten.
'Mohammed is Jezus'.
'Nederlanders zijn Christenhonden en zullen branden in de hel'.
'Hindoes zijn verdoemd'.
Hoe ga je om met al deze vragen en vooroordelen in de les? Het op een afsluitende avond van het jaar met alle Ikos-meesters en juffen. Zij werden gevraagd om de vragen en vooroordelen over geloof en opgeloof, over Christendom en andere godsdiensten die in de klas geklonken had op te schrijven zónder hun eigen reactie te vermelden. Een grote pan vol briefjes was het resultaat. ..... Hoe reageer je ... Dat bleek vaak lastig maar ook interessant! En er is nog hiel veel te leren !
??????????????????????? onze verbazing over de vragen in onze samenleving ?????????????????
Elke juf van meester had zo haar van zijn eigen manier om op de vraag te reageren. Soms kon een vraag ter plekke beantwoord, soms worden bleek de juf van meester het antwoord niet te weten maar de op te zoeken en er op terug komen en ontstond er een gesprek. Alle vragen en vooroordelen werden serieus genomen. En dat is misschien wel het belangrijkste van de Ikos-les; dat er in alle openheid en met elkaar gesproken wordt.
Bij kinderen serieus worden ze ook elkaar en de juf van meester te serieus nemen. Dat is respect en goed met elkaar.